Maken
ww 1. vervaardigen; scheppen; vormen; doen ontstaan; 2.verrichten, doen: niets met iem. (of iets) te ~ hebben; dat kun je niet ~ gemeenz dat is onbehoorlijk; 3. herstellen; 4. in een bepaalde toestand brengen: iemand deelgenoot ~; hij zal het (helemaal) ~ (veel) succes hebben.
Wat ik voor jullie doe is beeldend. Beeldend met verf, ik maak met mijn penseel;
Beeldend in hoe ik jullie interieur voor mij zie, ik maak een ontwerp, maak visueel wat ik al zie;
Beeldend door de zoeker van mijn camera, ik maak foto’s zodat jullie zien wat ik zag.
Maak je het mee?